Tijdens je zwangerschap maakt je lichaam zich klaar om borstvoeding te kunnen geven. Je borsten worden groter en zwaarder onder invloed van je zwangerschapshormonen. De melkklieren in je borsten krijgen signaaltjes om melk te gaan aanmaken. Na de geboorte van je kindje winnen deze signalen aan kracht en komt de melkproductie op gang, zodra je baby begint met zuigen.
Hoewel het opgang komen en het geven van borstvoeding in principe een natuurlijk proces is, blijft het een fabeltje dat iedere vrouw en elke baby meteen weet hoe het moet. Het is heel normaal als je voor en tijdens het borstvoeden met een aantal vragen zit, waar je niet direct een antwoord op weet. Hoe moet je je kindje bijvoorbeeld aanleggen? En hoe merk je dat je baby genoeg gedronken heeft? Veel vrouwen vragen zich bovendien af ze wel genoeg voeding voor hun kindje hebben.
De onderstaande artikelen geven je een antwoord op deze vragen en gaan in op de verschillende aspecten van borstvoeding:
- De eerste keer aanleggen
- De eerste voeding
- De kunst van het voeden
- Je houding tijdens het voeden
- Te weinig of juist te veel melk
- Ritme van de voedingen
- Verzorging van je borsten
Nieuwe richtlijnen voor de Borstvoeding zijn in januari 2012 ontwikkeld:
De Multidisciplinaire Richtlijn en Aanpak van Borstvoedingsproblemen.
De richtlijn is een weegave van de stand van zaken van de wetenschappelijke kennins over borstvoeding en bevat adviezen over een twintigtal onderwerpen zoals:borstontsteking, pijnlijke tepels, hypoglycaemie (zwangerschapsdiabetes) en het voeden van meerlingen.
De richtlijn is het restultaat van een intensieve samenwerking van een groot antal beroepsgroepen die borstvoedingsadviezen geven, met als doel het voorlomen van tegenstrijdige adviezen.
Klik op de button en je wordt automatisch doorgeschakeld naar de website.
