Als je moedermelk bewaart en daarna gebruikt, is het raadzaam om eerst de oudste voeding uit de koelkast of vriezer te gebruiken. Zo voorkom je dat er (meer) voedingsstoffen verloren gaan of dat de melk over de datum raakt en je deze moet weggooien. Dat zou zonde zijn!
Ontdooien en opwarmen van moedermelk:
Bij het ontdooien of opwarmen van moedermelk is het belangrijk dat dit geleidelijk gebeurt. Laat de melk liever niet warmer wordt dan 37°C; boven deze temperatuur gaan waardevolle bestanddelen verloren.
Ontdooien in de koelkast verdient de voorkeur; dit duurt acht tot twaalf uur.
Heb je je de melk een keer sneller nodig, dan kan dit onder een stromende kraan, die langzaam van koud naar warm wordt gedraaid.
Ontdooi niet onder een hete kraan. Hierdoor gaan levende cellen en antistoffen verloren en is er kans dat de melk gaat schiften.
Ontdooide melk kun je maximaal 24 uur bewaren in de koelkast; vries de melk niet opnieuw in.
Als afgekolfde melk een tijdje stilstaat, komt het vet bovendrijven. Door zwenken (de fles rustig rond en rond bewegen)wordt de melk weer egaal.
Moedermelk kun je het beste au bain-marie of in een flessenwarmer op temperatuur brengen.
Verwarm moedermelk bij voorkeur niet in de magnetron. De melk wordt dan ongelijkmatig verhit, waardoor sommige delen te heet worden (hot spots). Dat gaat ten koste van levende cellen en antistoffen in de melk. Wil je de melk toch verwarmen in een magnetron, doe dit dan het liefst op de laagste stand; dit geeft de minste schade. Zorgvuldig zwenken is belangrijk om een gelijkmatige temperatuur te krijgen en hotspots te voorkomen.
Verwarm eenmaal opgewarmde melk niet nogmaals.